Screeningsinstrument met twee versies: een zelfrapportagelijst voor kinderen en jongeren en een oudervragenlijst. De zelfrapportagelijst heeft 28 items en de oudervragenlijst heeft 17 items. De zelfrapportagelijst heeft twee (hogere orde)...
Testbatterij voor het onderzoeken verschillende aspecten van het geheugen en werkgeheugen. Het instrument bevat twee batterijen; een Volwassenenbatterij voor personen van 16 tot 69 jaar en een Ouderenbatterij voor personen van 65 tot en met 90...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
Schaal met 20 eenvoudig geformuleerde items die zelfstandig kunnen worden ingevuld of door getrainde interviewers worden voorgelezen. Er zijn vier a priori subschalen: Depressief gevoel (11 items), Interpersoonlijk (4 items), Positief gevoel (4...
Observatieschaal met 28 items die drie subschalen omvatten: Apathie (9 items), Cognitie (9 items) en Affect (10 items) met vier antwoordcategorieën. De schaal wordt ingevuld door twee ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks...
De toets heeft 25 zowel open als gesloten opgaven. In de eerste fase krijgt elke cursist dezelfde 12 opgaven (moeilijkheidsgraad niveau 2). Afhankelijk van het resultaat krijgt de cursist in de tweede fase 13 opgaven met een lagere (niveau 1...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Men legt voor de patiënt in een vaste volgorde een aantal schijfjes op tafel. Deze schijfjes variëren in grootte, vorm en kleur. De test bestaat uit vijf reeksen ‘oral commands expressed in progressively more and more complex non redundant...