Vragenlijst met 127 items in de vorm van stellingen met drie antwoordmogelijkheden (‘juist', ‘onjuist' en ‘?') . Er worden vijf hoofdfactoren onderscheiden met 13 onderliggende schalen:1) Eigenwaarde/zelfwaardering: subjectief geheel aan...
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
Leerdoelgerichte schooltoets (niet gebonden aan bepaalde lees- of taalmethode) die begrijpend lezen meet op woordniveau. De Woordenschattest heeft 33 items waarbij de leerling uit vier alternatieven het woord moet kiezen dat qua betekenis het...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
Screeningsinstrument met 13 items die zich uitsluitend richten op de beleving van het werk. De items zijn afkomstig uit diverse vragenlijsten (VOS, VAG, PBGO-lijsten, verkorte WEBA, JCQ) maar zijn als stellingen geformuleerd. De werknemer moet...
De observatieschaal ZAS heeft zes subschalen (totaal 40 items) waarin de geboden zorg op zes gebieden moet worden aangegeven (‘patiënt voert taak zelfstandig uit' tot ‘wordt geheel door begeleiderovergenomen') en 1 subschaal waarin de...
De test bestaat uit zes onderdelen: Spontane taalproduktie (een semi-gestandaardiseerd gesprek met beoordeling op zes neurolinguïstische niveaus), de Tokentest (beoordeling van juiste en onjuiste reacties) en de vier linguïstische subtests...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
Observatieschaal bestaand uit twee delen: voor 1 t/m 6 jaar en één voor 6 t/m 12 jaar, met elk 51 vragen waarvan 50 op een zespuntsschaal gescoord worden (van ‘nooit' tot ‘zeer frequent'). De vragen zijn voorzien van concrete voorbeelden en...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.