Zinaanvultest bestaande uit 15 items plus één suïcidaliteititem.De cliënt wordt gevraagd de zinnen in eigen woorden aan te vullen en daarbij te proberen onder woorden te brengen wat hij/zij de afgelopen week gevoeld heeft.Het instrument is een...
Vragenlijst bestaande uit 27 items, waarbij elk item bestaat uit drie zinnen. De opdracht is om de zin te kiezen die het best beschrijft hoe het kind/de adolescent de afgelopen twee weken heeft gedacht gevoeld en/of zich heeft gevoeld....
Vragenlijst bestaand uit 32 items. De items bestaan uit onafgemaakte zinnen, waarbij de cliënt de zin afmaakt zoals hij dat zelf wil. Voorbeeld item 8: "Ik kom in de problemen door...".De ZALC is gebaseerd op de theorie van J. Loevinger (1976,...
De BDI-II-vragenlijst is een revisie van de originele BDI uit 1961 en heeft 21 items met steeds vier uitspraken. De cliënt moet bij elk item die uitspraak aankruisen die het best beschrijft hoe hij zich de afgelopen twee weken gevoeld heeft. De...
Test met 6 subtests: Regel-wisseltest, Actie-plantest, Sleutel-zoektest, Dierentuin-plattegrondtest, Temporele-schattingtest, Vereenvoudigde Zes-elemententest. Bij de test hoort de DEX vragenlijst met 20 items m.b.t. emotionele en...
Screeningsinstrument met 13 items die zich uitsluitend richten op de beleving van het werk. De items zijn afkomstig uit diverse vragenlijsten (VOS, VAG, PBGO-lijsten, verkorte WEBA, JCQ) maar zijn als stellingen geformuleerd. De werknemer moet...
Testserie met 17 subtests, deels enigszins gewijzigd overgenomen uit bestaand materiaal (Luria), deels aangepast (Lezak, Halstead-Reitan) of nieuw ontworpen. De subtests horen elk bij één van de vijf hoofdgroepen: Verbale functies,...
De vragenlijst is gebaseerd op de Sociale Leertheorie van Rotter en bestaat uit zeven sets subschalen (sets van 5 tot 21 items): 1. Psychosexuele stimuli, 2. Attractie tot huwelijk/ relatie, 3. Engsexuele motivatie, 4. Beleving, 5. Gedrag, 6....
De test bestaat uit een boek met 60 getekende plaatjes van opklimmende moeilijkheidsgraad. Het object en soms enige onderdelen moeten door het kind benoemd worden. Aanwijzingen voor de scoring.
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.