Methode bestaande uit twee parallelvormen A en B, elk met 45 opgaven. De opgaven zijn in groepen van 5 verdeeld over negen schalen:1. Vergelijken: het vergelijken van objecten op kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken.2. Hoeveelheden koppelen:...
Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
Evaluatieschaal bestaand uit 11 items, 6 negatief en 5 positief geformuleerd. Men moet op een vijfpuntsschaal aangeven in hoeverre elke uitspraak de laatste tijd van toepassing is. Er is één voorbeelditem. De schaal is geconstrueerd volgens...
Vragenlijst met 130 items die zelfstandig door ouder of verzorger wordt ingevuld of voorgelezen. Bij elke uitspraak moet op een driepuntsschaal aangegeven worden of deze nu of in de afgelopen zes maanden van toepassing is geweest. De uitspraken...