Vragenlijst die bestaat uit 22 schalen; 11 schalen voor ‘Behoeften’ en 11 schalen voor ‘Rollen’. De schalen kunnen worden ingedeeld in zeven factoren: ‘Impact & Gedrevenheid’, ‘Organisatie & Structuur’, ‘Ideeën & Verandering’,...
Screeningsinstrument met twee versies: een zelfrapportagelijst voor kinderen en jongeren en een oudervragenlijst. De zelfrapportagelijst heeft 28 items en de oudervragenlijst heeft 17 items. De zelfrapportagelijst heeft twee (hogere orde)...
De test bestaat uit 246 items, opgedeeld in 34 dimensies/schalen (7 items per dimensie, 7 items die sociaal wenselijke antwoorden meten en 1 ‘dummy' item), waarvan 13 dimensies aansluiten bij het Five Factor Model (FFM) (Openheid,...
De OP5 meet 5 dimensies, ook wel (hoofd)factoren genoemd en 30 persoonlijkheidstrekken (subschalen) met tegengestelde polen. Het aantal items per schaal varieert tussen 8 en 12. Het gaat om de dimensies:- Extraversie met subschalen: Risico nemen...
Vragenlijst bestaand uit zeven factoren en 20 schalen. De zeven factoren zijn: Leiderschap, Werkoriëntatie, Oriëntatie op verandering, Sociale oriëntatie, Werktempo, Inschikkelijkheid en Prestatie oriëntatie. Er is een ipsatieve versie, de...
Schaal bestaande uit 11 items die betrekking hebben op het therapiegesprek en 10 items die betrekking hebben op de gevoelens van dat ogenblik. Opdracht voor de cliënt is om te antwoorden op een zevenpuntsschaal. Bij elke schaal staat aan de ene...
Beoordelingsschaal voor de beoordeling van een bepaalde werkomgeving, zoals beroep, functie, vacature, vakcursus, beroepsopleiding of studierichting.De FPT kan worden ingevuld door personen die zelf het beroep uitoefenen en studenten, door chefs...
Schaal met 20 eenvoudig geformuleerde items die zelfstandig kunnen worden ingevuld of door getrainde interviewers worden voorgelezen. Er zijn vier a priori subschalen: Depressief gevoel (11 items), Interpersoonlijk (4 items), Positief gevoel (4...
De VSPS is gebaseerd op het meervoudig risicomodel van psychosociale (gedrags)proble-matiek bij jeugdigen van Van der Ploeg en Scholte (1990-1997) dat vijf belangrijke risicogebieden omvat (gedrag, persoonlijkheid, gezinsmilieu, schoolsituatie,...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...