Computertaak voor het meten van cognitieve functies. De taak bestaat uit zeven blokken met verschillende aantallen trials waarin het kind verschillende opdrachten moet uitvoeren:Blok 1 ‘Enkelvoudige verwerkingssnelheid’ (20 trials): het kind...
Methode bestaande uit tien toetsen (zie beschrijving beoordeling Toetspakket Beginnende geletterdheid, 2008). De ‘oude' Letterkennistoets 1 en Letterkennistoets 2 zijn samengevoegd tot de nieuwe Letterkennistoets, de ‘oude' Analysetoets is...
Observatieschaal bestaande uit 60 vragen die betrekking hebben op het gedrag van de persoon, bijvoorbeeld ‘vergeet tijdens dagelijkse routinebezigheden wat hij aan het doen is (eten, verzorging, tafel dekken)'. De eerste 20 items hebben...
Methode bestaande uit tien toetsen:- Rijmtoets (april groep 1): meet het fonologisch bewustzijn (klankgroepen).- Woordenschattoets 1 (mei groep 1): meet kennis van woorden.- Woordenschattoets 2 (oktober en mei groep 2): meet kennis van woorden.-...
Observatieschaal die wordt ingevuld door groepsleid(st)ers die patiënt goed kennen. Het gedrag van de laatste twee maanden moet worden ingevuld. De uitwerking van de schaal geschiedt door een psycholoog of arts. De schaal bestaat uit 50 items...
Computergestuurde batterij die door psycholoog wordt afgenomen. De patiënt krijgt op een kleurenmonitor de instructies en opdrachten, de psycholoog zit naast hem en krijgt de volledige afname-instructies op zijn monitor. De batterij bestaat uit...
Schooltoets bestaand uit twee kaarten met elk 116 pseudowoorden in oplopende moeilijkheidsgraad. De Klepel is gebaseerd op de dual-route theorie van het technisch lezen (Coltheart, 1978/1980) en dient samen met de Een-Minuut-Test (Brus &...
De beoordelingsschaal bestaat uit een kindervragenlijst en een corresponderende oudervragenlijst. Er zijn drie versies, resp. voor 6-8, 9-12 en 13-17 jaar. Alleen de versie 13-17 jaar is gereed voor (experimenteel) gebruik. De vragenlijst is...
Vragenlijst met 77 items. Op een vijfpuntsschaal kan cliënt aangeven in hoeverre de pijncognities op hem/haar betrekking hebben. Vijftig items vormen samen de factoren Negatieve Zelfeffectiviteit (NZ), Catastroferen (CA), Positieve Verwachting...
Vragenlijst van 107 items, die met ‘waar' of ‘niet waar' beantwoord worden, verdeeld over 10 subschalen. Tevens 14 inventariserende items betreffende probleemgedrag dat aan depressie verwant is. De subschalen zijn: Depressieve ontstemming...