Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit twee delen met elk 12 items, de subtest FoneemWeglating (FW) en FoneemVerwisseling (FV). De items van FW bestaan uit een woord dat het kind moet uitspreken waarbij een gedeelte van het woord weggelaten moet worden. De items...
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Schooltoets bestaand uit een set van zeven werkbladen voor elke leerling met plaatjes, blokjes, stippen e.d. De leerling moet verschillende opdrachten uitvoeren. De voorwaardentoetsen worden gebruikt om inzicht te krijgen in de kans van slagen...
De HDI omvat vijf aparte vragenlijsten: Algemeen functioneren (41 items) en Lichamelijke klachten (30 items) die de aanpassing aan kanker meten en Omgaan met ziekte (58 items), Relaties (14 items) en Werkzaamheden (6 items) die over het proces...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
Observatieschaal met 39 items die door de leerkracht worden gescoord op een vierpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel vaak'. De items betreffen gedrag in de klas, participatie in de groep en houding tegenover autoriteit en omvatten vijf...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.