Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
De vragenlijst wordt ingevuld door ouders. Zij geven op een driepuntsschaal aan in welke mate een gedragsbeschrijving nu en in de afgelopen zes maanden van toepassing is op hun kind.De VVA bestaat uit 23 items, verdeeld over de vier subschalen...
Observatieschaal waarmee het dagelijks doen en laten van de leerlingen en de manier waarop ze met elkaar en met de leerkracht omgaan, wordt beschreven (normaal gedrag).Er zijn twee parallelle vormen (A en B) met elk 52 bipolaire items b.v.:...
Batterij van 17 onderdelen betreffende de cognitieve domeinen waarneming, geheugen, gedragsplanning en aandacht, communicatieve en basisvaardigheden. De eerste sessie behelst het logopedisch gedeelte met meting van gehoor, taalimpressie,...
Schaal met 20 eenvoudig geformuleerde items die zelfstandig kunnen worden ingevuld. Er zijn vier a priori subschalen: Somatic-Retarded Activity, Depressed Affect, Positive Affect en Interpersonal Affect.De items zijn ontleend aan de Zungschaal,...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
Test met 45 opgaven waarbij uit zes figuren twee figuren moeten worden gekozen, die beantwoorden aan een bepaald principe, dat men dient te ontdekken in vier eerder gegeven figuren. Er is ook een adaptieve computerversie. Zie Tellegen e.a. 1999.