Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Gestandaardiseerde procedure met 391 items bestaande uit de volgende onderdelen:- Deel A gestructureerd klinisch interview met de patiënt m.b.t. de huidige psychische toestand, persoonlijke, medische en familiaire voorgeschiedenis (125 items).-...
Test met 12 items die een positieve of negatieve gebeurtenis aan de orde stellen waarbij gevraagd wordt op een zevenpuntsschaal de voornaamste oorzaak ervan te beschrijven: "ligt geheel bij anderen of omstandigheden" tot "ligt geheel bij...
Schooltoets bestaand uit vier woordleeskaarten met 30 tot 33 items van gelijk moeilijkheidsniveau per kaart. De kaarten lopen geleidelijk op w.b. complexiteit van de orthografische structuren. Het bereik komt globaal overeen met AVI-niveaus 1...
Vragenlijst met 24 items van vier woorden. De werknemer moet aangeven welk woord hem in de werksituatie het best (B) en het minst (M) beschrijft. De vragenlijst is gebaseerd op het model van W.M. Marston, 1928 dat de eigenschappen Dominantie,...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.