Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Schooltoets in de vorm van een invuldictee. De leerling moet weggelaten woorden in twintig zinnen invullen. De zinnen worden voorgelezen. Werkwoordsvormen zijn niet opgenomen, deze worden getoetst met het PI-werkwoorddictee. De schooltoets is...
Vragenlijst met 20 vragen betreffende vaardigheden als oriëntatie in tijd en plaats, voorwerpen benoemen, woorden herhalen, lezen, schrijven, natekenen van figuren e.d.Er is ook een verkorte versie met 12 items. De beide MMSE versies kunnen...
Vragenlijst (240 items) die ook de subschalen N, E, O, A en C omvat en tevens per subschaal zes belangrijke eigenschappen/facetten meet die die domeinen definiëren (bijvoorbeeld bij de subschaal Neuroticisme de facetten Angst, Ergernis,...
Schaal met 44 items. Men beantwoordt op visueel analoge schalen (van "doe ik nooit" tot "doe ik altijd") in hoeverre men gebruik maakt van de volgende copingstrategieën: 1. Aandacht afleiden, 2. Herinterpreteren van pijnsensaties, 3. Zelf...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
Schaal met 18 uitspraken over gezondheid en ziekte. Cliënt moet op een zespuntsschaal invullen in welke mate hij het met de uitspraak eens is. Er zijn drie subschalen: Interne oriëntatie, Artsoriëntatie en Kansoriëntatie met ieder zes items.
Vragenlijst met 33 items die met ja, ? of nee beantwoord moeten worden.