Test voor het in kaart brengen van cognitieve functies en andere ontwikkelingsfuncties, bestaande uit 30 subtests gericht op zes domeinen: ‘Intelligentie’, ‘Executieve functies’, ‘Psychomotoriek’, ‘Sociaal-emotionele competenties’, ‘Schoolse...
Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Vragenlijst met zeventig items gericht op verschillende aspecten van communicatie, waarbij vooral aandacht is voor pragmatiek. Onder pragmatiek wordt verstaan: de keuze van de gepaste boodschap of de interpretatie in relatie tot de...
Test met 13 subtests met oplopende moeilijkheidsgraad. Zeven subtests doen een beroep op simultane, zes subtests op sequentiële verwerking van stimuli:Simultane Schaal: MS, Magische schijf (15 items); GH, Gezichtsherkenning (15 items); GW,...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
Op basis van statistische en inhoudsanalyses werden de meest representatieve items uit de DVK geselecteerd. De formulering van de items kreeg een algemeen karakter. Ook bij deze vragenlijst moeten de resulterende negen items met ‘waar' of ‘niet...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...
Observatieschaal met 45 items die betrekking hebben op in de dagelijkse omgang waarneembaar gedrag, zoals slaan, uitschelden, zeuren, nagelbijten etc. Als uitgangspunt voor de constructie van de schaal werd gebruik gemaakt van de Storend...