RD4 omvat de domeinen ‘Getallen’, ‘Meten’, ‘Verhoudingen’ en ‘Verbanden’. Het domein ‘Getallen’ bestaat uit ‘tellen’, ‘kennis van getallen en hoeveelheden’, ‘optellen/aftrekken’ en ‘vermenigvuldigen/delen’. De opgaven van RD4 zijn verdeeld over...
Schooltoets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Het domein Rekenen-Wiskunde bestaat uit drie subdomeinen:1. Getallen en bewerkingen: getallen en getalrelaties, hoofdrekenen (optellen, aftrekken,...
Rekenvaardigheidstoetsen met een afnamemoment in het midden en een aan het einde van het schooljaar. Naast de midden- en eindtoets is er voor groep 6 ook een tussentoets beschikbaar. De tussentoets ligt qua niveau tussen de twee toetsen in. Bij...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Adaptieve toets bestaande uit 50 opgaven. De opgaven worden geselecteerd uit een database van 900 opgaven. Er zijn meerkeuzevragen en open vragen. De volgende domeinen worden gemeten:- Basisvaardigheden (tellen, optellen, aftrekken,...
De DLS is de opvolger van de DIBO (1980) en de I-VBO toets (1987) en maakt deel uit van het onderwijsverbeteringsproject Hulp Op Maat. De toets bestaat uit 17 subtests zoals Dictee, Woorden met gelijke betekenis, Figurenreeksen enz. elk met 20...
Vragenlijst met 37 items: 34 met a priori stressvol geachte gebeurtenissen en 3 met a priori positieve gebeurtenissen. De primaire opvoeder (ouder/verzorger) vult zelfstandig de VMG in en geeft aan of en wanneer de gebeurtenis is voor gekomen en...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Twee parallelle schalen, Bf-S en Bf-S', elk met 28 bipolaire items. De items bestaan uit twee tegenstellingen waarbij cliënt aangeeft welk woord het best overeenkomt met hoe hij zich nu voelt, b.v. meer levendig/meer lusteloos. Geschikt voor...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.