De test bestaat uit vier formulieren met elk 100 items. Elk formulier heeft 20 bijbehorende oefenitems. De items bestaan uit een kader met een blokje of pijltje. Men moet de stimulus-locatie of de pijlrichting aangeven in een kader met vier...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.