Vragenlijst met 23 uitspraken, waarmee wordt beoogd de kwaliteit van het gezinsfunctioneren te meten. De vragenlijst heeft twee schalen, te weten ‘Waardering’ en ‘Samenwerking’. De schaal ‘Waardering’ heeft betrekking op het affectief klimaat...
Vragenlijst die deel uitmaakt van de set Vragenlijsten Gezin en Opvoeding, dit zijn vier vragenlijsten die diverse aspecten van de opvoedingsomgeving in beeld brengen. De VGFO bevat 28 vragen waarmee vijf aspecten van het gezinsfunctioneren...
Vragenlijst gericht op het kwantificeren van angst bij kinderen met 80 items verdeeld over vijf subschalen:- Angst voor falen en kritiek (FK): 23 items, bij 4 - 6 jarigen 17 items.- Angst voor het onbekende (O): 18 items.- Angst voor kleine...
Computertoets bestaande uit twee delen: een theorietoets en een praktijktoets. De theorietoets bestaat uit 60 vragen, verdeeld over twee taken van 30 vragen. De toets bevat vragen over vijf categorieën van onderwerpen: constructies,...
Vragenlijst gericht op angstklachten met 69 items verdeeld over negen subschalen:- Separatieangststoornis (12 items): een buitensporige angst om gescheiden te worden van de personen aan wie zij gehecht zijn.- Paniekstoornis (13 items): een...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd' worden ingevuld. De IPPO bestaat uit twee subschalen: 1. Sociale interesse en Gedrag en 2. Zelfkontrole en Normbesef. De totaalscore geeft het...
De vragenlijst bestaat uit tien schalen van elk zes items die de volgende stemmingen representeren: Depressief, Uitgelaten, Schuw, Humeurig, Boos, Moe, Gewetensvol, Onverschillig, Arrogant, Angstig. Bij vorm A beoordeelt men zijn...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.