Persoonlijkheidsvragenlijst die in kaart beoogd te brengen welke factoren van werk een persoon motiveren. In deze normatieve versie van het instrument wordt op ieder item een antwoord gegeven op een vijfpuntsschaal, die loopt van ‘zeer mee eens’...
Persoonlijkheidsvragenlijst die in kaart beoogt te brengen welke factoren van werk een persoon motiveren. Er zijn twee versies: een normatieve en een ipsatieve versie. In de normatieve versie wordt op elk item een antwoord gegeven op een...
Vragenlijst gericht op het kwantificeren van angst bij kinderen met 80 items verdeeld over vijf subschalen:- Angst voor falen en kritiek (FK): 23 items, bij 4 - 6 jarigen 17 items.- Angst voor het onbekende (O): 18 items.- Angst voor kleine...
Vragenlijst gericht op angstklachten met 69 items verdeeld over negen subschalen:- Separatieangststoornis (12 items): een buitensporige angst om gescheiden te worden van de personen aan wie zij gehecht zijn.- Paniekstoornis (13 items): een...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
Schooltoets bestaand uit een set van zeven werkbladen voor elke leerling met plaatjes, blokjes, stippen e.d. De leerling moet verschillende opdrachten uitvoeren. De voorwaardentoetsen worden gebruikt om inzicht te krijgen in de kans van slagen...
De toets heeft 25 zowel open als gesloten opgaven. In de eerste fase krijgt elke cursist dezelfde 12 opgaven (moeilijkheidsgraad niveau 2). Afhankelijk van het resultaat krijgt de cursist in de tweede fase 13 opgaven met een lagere (niveau 1...
Vragenlijst met 41 items. Op zevenpuntsschalen moet worden ingevuld in hoeverre respondent het met de uitspraken eens is.Er zijn acht subtests die operationalisaties zijn van het A VICTORY model van Davis, 1973: factoren die invloed hebben op de...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...