Vragenlijst met een algemeen gedeelte dat over de klas of groep gaat waarin een leerling zit en een specifiek gedeelte dat gaat over de leerkracht waarover de leerling de vragenlijst moet invullen. Het algemene gedeelte bestaat uit twee schalen:...
Vragenlijst gericht op het kwantificeren van angst bij kinderen met 80 items verdeeld over vijf subschalen:- Angst voor falen en kritiek (FK): 23 items, bij 4 - 6 jarigen 17 items.- Angst voor het onbekende (O): 18 items.- Angst voor kleine...
Vragenlijst met 30 items gericht op persoonlijkheidskenmerken die gerelateerd zijn aan een succesvolle deelname aan het (speciaal) voortgezet onderwijs. De vragenlijst wordt ingevuld door de leerkracht. De CBtVO heeft drie schalen:-...
Vragenlijst gericht op angstklachten met 69 items verdeeld over negen subschalen:- Separatieangststoornis (12 items): een buitensporige angst om gescheiden te worden van de personen aan wie zij gehecht zijn.- Paniekstoornis (13 items): een...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
De door de ouders/verzorgers in te vullen vragenlijst bestaat uit een competentiedeel met 20 vragen betreffende sport, hobbies, school e.d. die met ja/nee of op vierpuntsschalen beantwoord moeten worden, en een gedragsprobleemdeel met totaal 120...
De MPVC is met uitzondering van twee items gelijk aan de MPVH en bestaat uit 52 items met antwoordcategorieën juist, ? en onjuist. Patiënt moet aangeven welk antwoord de laatste tijd op hem van toepassing is. De vier subschalen zijn...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Schaal met 27 beweringen waarop de leerling. met ‘veel', ‘soms' of ‘weinig' moet aangeven in hoeverre de uitspraken op hem van toepassing zijn. De items betreffen studietijd, huiswerk, proefwerken, leergewoonten etc.In combinatie met scores op...