Vragenlijst met een algemeen gedeelte dat over de klas of groep gaat waarin een leerling zit en een specifiek gedeelte dat gaat over de leerkracht waarover de leerling de vragenlijst moet invullen. Het algemene gedeelte bestaat uit twee schalen:...
Vragenlijst gericht op het kwantificeren van angst bij kinderen met 80 items verdeeld over vijf subschalen:- Angst voor falen en kritiek (FK): 23 items, bij 4 - 6 jarigen 17 items.- Angst voor het onbekende (O): 18 items.- Angst voor kleine...
Vragenlijst gericht op angstklachten met 69 items verdeeld over negen subschalen:- Separatieangststoornis (12 items): een buitensporige angst om gescheiden te worden van de personen aan wie zij gehecht zijn.- Paniekstoornis (13 items): een...
Methode bestaande uit 16 opgaven. De opdracht is om drie gekleurde blokjes te verplaatsen vanuit een standaardconfiguratie op drie staafjes met verschillende lengte naar een doelpositie met een minimum aantal verplaatsingen. De opdrachten lopen...
De BDI-II-vragenlijst is een revisie van de originele BDI uit 1961 en heeft 21 items met steeds vier uitspraken. De cliënt moet bij elk item die uitspraak aankruisen die het best beschrijft hoe hij zich de afgelopen twee weken gevoeld heeft. De...
De schooltoets bestaat uit twee schalen. De Schaal Betekenisrelaties, SBR, meet in hoeverre inhoudelijke verbanden tussen delen van de tekst kunnen worden gelegd. De Schaal Verwijsrelaties, SVR, meet het begrijpen van relaties tussen...
Schaal met 82 items: 29 mannelijke, 29 vrouwelijke en 24 niet-seksegebonden adjectieven (12 sociaal wenselijke en 12 sociaal onwenselijke). Door het aankruisen van één van de vier antwoordmogelijkheden (van ‘volstrekt niet' tot ‘helemaal') geeft...
Schaal bestaande uit 60 items die drie subschalen omvatten: Sterkte van excitatie (SE), Sterkte van inhibitie (SI) en Mobiliteit (MO) elk met 20 items. Cliënt moet op vierpuntsschalen van "helemaal eens" tot "helemaal oneens" aangeven of de...
Schaal met 44 items. Men beantwoordt op visueel analoge schalen (van "doe ik nooit" tot "doe ik altijd") in hoeverre men gebruik maakt van de volgende copingstrategieën: 1. Aandacht afleiden, 2. Herinterpreteren van pijnsensaties, 3. Zelf...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...