Vragenlijst met 40 vragen, waarmee sociaal-emotionele vaardigheden worden gemeten. Het construct wordt onderverdeeld in drie meer specifieke vaardigheden, namelijk emotionele vaardigheden, sociale vaardigheden en vaardigheden ten aanzien van het...
Zelfrapportagevragenlijst met 53 items gericht op symptomen van psychopathologie. Het instrument omvat 9 dimensies die overlappen met psychiatrische syndromen:Somatische klachten (7 items).Cognitieve problemen (6 items)Interpersoonlijke...
Semi-gestandaardiseerd interview bestaande uit 67 items. Er zijn 40 zelfrapportagevragen, 25 observatie-items die na afloop van het gesprek worden gescoord en twee items voor globale beoordeling van ernst en betrouwbaarheid. De items worden...
Vragenlijst met 53 items gericht op symptomen van psychopathologie. Het instrument omvat 9 dimensies die overlappen met psychiatrische syndromen:Somatische klachten (7 items).Cognitieve problemen (6 items)Interpersoonlijke gevoeligheid (4...
De vragenlijst bestaat uit dertig items verdeeld over drie schalen: Werkstressindex, Werkstressintensiteit en Werkstressfrequentie en zes subschalen: Werkdrukindex, Werkdrukintensiteit, Werkdrukfrequentie, Sociale steunindex, Sociale...
Beoordelingsschaal met 12 items betreffende de aan- of afwezigheid van gemiddeld-normaal gedrag (contact leggen, actief taalgebruik) of ongewoon c.q. gestoord gedrag (stereotypie-en, automutilatie enz.).
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Vragenlijst bestaande uit tien schalen: Agrarisch, Technisch, Laboratorium, Rekenen, Handel, Administratie, Helpend, Muziek, Beeldende kunst, Literair. Bij de 59 groepjes van drie items moet de cliënt steeds invullen welke activiteit hij het...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.