Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- Het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Observatieschaal bestaande uit 225 woorden en zinnetjes, ingedeeld in 12 semantische rubrieken. De ouders krijgen de opdracht om de woorden en zinnetjes aan te kruisen die hun kind begrijpt.Het instrument is een bewerking van de woorden in de...
Ordenen bestaat uit twee schooltoetsen met elk 42 opdrachten: voor de jongste kleuters een platenboek en voor de oudste kleuters een platenboek. Beide toetsen kunnen in twee of drie periodes worden afgenomen.Bij elke opdracht moet het goede...
De toets bestaat uit 32 opdrachten voorafgegaan door een oefenitem. Het receptieve deel heeft 27 opdrachten waarbij het kind een plaatje moet aanwijzen en omvat Kleur, Vorm, Vergelijken, Classificeren, Grootte en Tellen. Het tweede deel heeft...
De schooltoets meet acht vaardigheden die leerlingen zouden moeten beheersen om goed te kunnen presteren. Deze vaardigheden zijn Waarnemingen verrichten, Kiezen en ordenen van informatie, Meningsvorming, Samenwerken, Samenvatten en conclusies...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Vragenlijst met 70 items zoals: ‘Spraakzaam, praat veel, tegen iedereen' en ‘Heeft weinig vertrouwen in zijn medemens, cynisch'. Cliënt geeft aan in hoeverre de uitspraak op hem van toepassing is op een zevenpuntsschaal die loopt van ‘absoluut...
Vragenlijst met tien items waarbij cliënt gevraagd wordt hoe hij zich op een bepaald moment voelt (toestandsboosheid) en tien items die vragen naar hoe hij zich in het algemeen voelt (boosheidsdispositie). Cliënt antwoordt op een vierpuntsschaal...