Vragenlijst bestaande uit 90 items, verdeeld over vijf schalen met ieder 18 items: ‘Inadequatie’, ‘Volharding’, ‘Sociale Inadequatie’, ‘Recalcitrantie’ en ‘Dominantie’. De schaal ‘Inadequatie’ bestaat uit twee subschalen met elk zeven items:...
Vragenlijst met 70 items en zeven schalen. Het betreft de volgende schalen en hun meetpretentie:‘Inadequatie’/’Neuroticisme’ (IN): emotionele (in)stabiliteit.‘Sociale Inadequatie’/’Sociale Angst’ (SI): aan-/afwezigheid van sociale...
Vragenlijst met 140 items en zeven schalen. Het betreft de volgende schalen en hun meetpretentie:Inadequatie (IN): emotionele (in)stabiliteit.Sociale Inadequatie (SI): aan-/afwezigheid van sociale angst.Rigiditeit (RG): nauwkeurigheid,...
Test bestaande uit vijf schalen: Inadequatie (IN), Volharding (VO), Sociale Inadequatie (SI), Recalcitrantie (RE) en Dominantie (DO). Elke schaal bestaat uit 20 zinnen, bijvoorbeeld ‘ik ben graag alleen'. Opdracht voor het kind is om voor elke...
Vragenlijst met 140 items en zeven schalen. Een korte beschrijving van de schalen en hun meetpretentie:- Inadequatie: emotionele (in)stabiliteit.- Sociale Inadequatie: aan-/afwezigheid van sociale angst.- Rigiditeit: nauwkeurigheid, ordelijkheid...
Test voor het meten van intellectuele capaciteiten en vaardigheden bestaande uit een Taaltest en acht subtests. Bij de keuze van de subtests is uitgegaan van een representatie van een breed spectrum van intelligentiefactoren, zoals verbaal,...
Vragenlijst bestaand uit drie schalen: Negativisme (NEG, 17 items), Ernstige Psychopathologie (PSY, 16 items) en Somatisering (SOM, 21 items). Van de 54 uitspraken moet cliënt aangeven in hoeverre ze van toepassing zijn door "juist", "?" of...
De schaal bestaat uit 30 series van drie uitspraken over dingen die mensen belangrijk vinden in hun leven. Van iedere triade moet de cliënt aangeven welke uitspraak voor hem het belangrijkste vertegenwoordigt en welke het minst belangrijke. De...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...