Zinaanvultest bestaande uit 15 items plus één suïcidaliteititem.De cliënt wordt gevraagd de zinnen in eigen woorden aan te vullen en daarbij te proberen onder woorden te brengen wat hij/zij de afgelopen week gevoeld heeft.Het instrument is een...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst bestaande uit 27 items, waarbij elk item bestaat uit drie zinnen. De opdracht is om de zin te kiezen die het best beschrijft hoe het kind/de adolescent de afgelopen twee weken heeft gedacht gevoeld en/of zich heeft gevoeld....
Methode bestaande uit twee oefenitems en zes scenario's. Een scenario is een alledaagse communicatieve setting, bestaande uit drie opeenvolgende situaties (items). Elk item bestaat uit een tekening van de situatie en een tekst die auditief wordt...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘Heeft altijd huiswerk in orde' en ‘Wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling op 6-puntsschalen in, in hoeverre een bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen:...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘heeft altijd huiswerk in orde' en ‘wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling in op 6-puntsschalen in hoeverre de bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen: Egocentrisme...
Vragenlijst (60 items) die vijf subschalen/domeinen omvat: N, Neuroticisme, E, Extraversie, O, Openheid, A, Altruïsme en C, Consciëntieusheid.Respondent moet op vijfpuntsschalen van ‘helemaal oneens' tot ‘helemaal eens' aangeven in hoeverre de...
Vragenlijst van 100 items die vijf onafhankelijke factoren oplevert:Extraversie, Mildheid, Ordelijkheid, Emotionele stabiliteit, Autonomie.De items, korte concreet-gedragsmatige uitdrukkingen in de derde persoon enkelvoud, worden beantwoord op...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.