Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
De TTL bestaat uit twee onderdelen: Zinnen en Woorden.Zinnen: schooltoets bestaand uit twee leeskaarten die niet aan een leesmethode gebonden zijn. Hoofdkaart A heeft een zakelijk/opsommend karakter en klimt op in moeilijkheidsgraad. De tekst...
De CBV heeft 10 items, die betrekking hebben op gevoelens en gedachten die respondent in het algemeen heeft vóór een wedstrijd. Er zijn vijf afleidingsitems. Drie antwoordmogelijkheden. De CBV wordt niet direct vóór een wedstrijd afgenomen maar ...
Vragenlijst met 44 items die drie schalen omvatten: Cohesie met 23 items, Adaptatie met 13 items en Sociale wenselijkheid met 8 items. Elke dimensie bestaat uit vier niveaus van gezinsfunctioneren, van (zeer) laag tot (zeer) hoog. Elk gezinslid...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
De test bestaat uit 36 items. De kern van elk item is een rechthoekig patroon waaruit een stukje is weggelaten. Het kind moet uit zes afbeeldingen dat stukje kiezen dat in de open plaats past. Voor partieel kleurenblinden wordt het gebruik...
Op basis van statistische en inhoudsanalyses werden de meest representatieve items uit de DVK geselecteerd. De formulering van de items kreeg een algemeen karakter. Ook bij deze vragenlijst moeten de resulterende negen items met ‘waar' of ‘niet...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.
De vragenlijst bestaat uit 52 items met de volgende schalen: Welbevinden (W), Invaliditeitsbeleven (I), Ontstemming (O), Sociale geremdheid (S). Antwoordcategorieën: juist/?/onjuist.