Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit twee onderdelen: Continu Benoemen en Woorden Lezen. Het onderdeel Continu Benoemen bestaat uit vier subtests:- Kleuren benoemen: taak bestaande uit stimuli met rechthoekige vlakjes in de kleuren geel, rood, blauw, groen en...
Batterij van leerstof-onafhankelijke taaltoetsen op geluidscassettes, bestaande uit negen schriftelijke schooltoetsen nl. een Plaatsingstoets, vier Voortgangstoetsen, twee parallelle Uitstroomtoetsen, een Dictee, een toets om Klanken te...
De test bestaat uit de parallelversies 1 en 2. Elke versie heeft twee boodschappenlijsten A en B met 16 artikelen die door patiënt onthouden moeten worden, en een Recognitielijst met 44 items. Beide lijsten zijn op cassetteband ingesproken. Na...
De TTL bestaat uit twee onderdelen: Zinnen en Woorden.Zinnen: schooltoets bestaand uit twee leeskaarten die niet aan een leesmethode gebonden zijn. Hoofdkaart A heeft een zakelijk/opsommend karakter en klimt op in moeilijkheidsgraad. De tekst...
Vragenlijst met 40 items, waarvan 26 de vier subschalen vormen: 1. Sociale steun zoeken, 8 items; 2. Depressieve reactie, 8 items; 3. Positief denken, 8 items; 4. Opwinding, 2 items. Cliënt beantwoordt de vragen op vierpuntsschalen van beslist...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Evaluatieschaal met 32 uitspraken verdeeld over vier belevingsaspecten: plezier in wiskunde, angst voor en moeilijkheid van wiskunde, inzet en interesse voor wiskunde, nut en relevantie van wiskunde. De leerlingen kiezen uit vijf alternatieven...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.