Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit twee onderdelen: Continu Benoemen en Woorden Lezen. Het onderdeel Continu Benoemen bestaat uit vier subtests:- Kleuren benoemen: taak bestaande uit stimuli met rechthoekige vlakjes in de kleuren geel, rood, blauw, groen en...
Woordproductietest bestaande uit twee onderdelen. Opdracht voor de cliënt is om in één minuut zoveel mogelijk verschillende woorden uit een bepaalde semantische categorie op te noemen. Het eerste onderdeel bestaat uit het opnoemen van zoveel...
Twee paralleltoetsen, vorm A en B. Elke toets bestaat uit 135 woorden die zijn verdeeld in negen genummerde blokken van 15 woorden. In elk blok komt een aantal nieuwe spellingcategorieën voor. De nummers van de blokken corresponderen met de...
Uitgebreide neuropsychologische batterij van 29 onderdelen die in drie sessies wordt afgenomen in voorgeschreven volgorde. Op meer manieren en op verschillende tijdstippen worden cognitieve functies met wisselende moeilijkheidsgraad gemeten. De...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.
Vragenlijst met 58 items die op een zespuntsschaal van ‘dat is beslist zo' tot ‘dat is beslist niet zo' worden gescoord. De items betreffen aspecten van dwanggedrag.
Vragenlijst met 76 items uit diverse fobieënclusters. Op een vijfpuntsschaal van ‘helemaal niet' tot ‘heel veel' kan men bij elke bewering aangeven hoe angstig men op het ogenblik daarvoor is. Er is een voorbeelditem. De vragenlijst omvat vijf...