Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit twee delen met elk 12 items, de subtest FoneemWeglating (FW) en FoneemVerwisseling (FV). De items van FW bestaan uit een woord dat het kind moet uitspreken waarbij een gedeelte van het woord weggelaten moet worden. De items...
Vragenlijst met 35 items gericht op afzonderlijke facetten van het zelfconcept ofwel competentiebeleving. Het instrument heeft zeven schalen, elk bestaand uit vijf items: Schoolvaardigheden, Sociale acceptatie, Sportieve vaardigheden, Fysieke...
De vragenlijst bestaat uit 12 beweringen die door cliënt op vijfpuntsschalen van ‘helemaal niet' tot ‘helemaal op mij van toepassing' beantwoord worden. De NML wordt gebruikt om indicatoren voor het behandelresultaat te meten en veranderingen...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5 items),...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Schaal met 21 vierkeuze-items waarbij cliënt moet aangeven welke uitspraak per item het beste weergeeft hoe hij zich de afgelopen week met vandaag erbij, heeft gevoeld. De items hebben o.a. betrekking op observeerbaar depressief gedrag,...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.