Vragenlijst met 338 vragen/beweringen die met ‘Akkoord’ of ‘Niet akkoord’ worden beantwoord. De items zijn een selectie uit de 567 items van de MMPI-2. De vragenlijst is opgebouwd uit de volgende typen schalen: validiteitsschalen,...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst met 567 vragen/beweringen die met ‘Akkoord' of ‘Niet akkoord' worden beantwoord. De test is opgebouwd uit de volgende typen schalen:- de validiteitsschalen;- de klinische hoofdschalen;- de inhoudsschalen;- de supplementaire schalen;-...
Observatieschaal in te vullen door (2) ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks meemaken. Er zijn 14 subschalen met totaal 82 items met vier antwoordcategorieën. De schalen zijn afzonderlijk toe te passen en betreffen het...
Deze test is een door H. Gross ontwikkelde variant op het Séguin vormbord: een kistje (25 x 25 x 6 cm) met negen verschillende uitsparingen en negen bijbehorende blokken in de vorm van kruis, vierkant, ster, enz.Door het kind worden drie...
Vragenlijst met 64 items die op zevenpuntsschalen van ‘zeer slecht van toepassing' tot ‘zeer goed van toepassing' beantwoord moeten worden. De items omvatten vier factoren: Manipuleren (21 items), Recht door Zee (12 items), Assertiviteit (13...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.