Vragenlijst met 56 items waarmee wordt beoogd persoonlijkheidseigenschappen te meten die van belang zijn voor het werk. Het instrument bevat zeven schalen met ieder acht items: ‘Intrinsieke prestatiemotivatie (Pi)’, ‘Extrinsieke...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
De OPQ meet 32 persoonlijkheidsdimensies die zijn verdeeld over drie gedragsgebieden:1. Relaties met mensen, (Overtuigend, Leidinggevend, Direct, Onafhankelijk handelend, Extravert, Gesteld op contact, Zelfverzekerd, Bescheiden, Democratisch en...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Schaal met 21 vierkeuze-items waarbij cliënt moet aangeven welke uitspraak per item het beste weergeeft hoe hij zich de afgelopen week met vandaag erbij, heeft gevoeld. De items hebben o.a. betrekking op observeerbaar depressief gedrag,...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.