Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst met 42 items die vier subschalen omvatten: Aandachtstekort AT (9 items), Hyperactiviteit/impulsiviteit HA (9 items), Oppositional Defiant Disorder ODD (8 items) en Conduct Disorder CD (16 items). De ouders en/of leerkracht (die goed...
Test bestaand uit acht subtests met 30 tot 45 items: Rekenvaardigheid, Componenten, Woordrelaties, Cijferreeksen, Controleren (100 items), Spiegelbeelden, Woordanalogieën en Exclusie. Kandidaat moet op aparte antwoordbladen de letter aanstrepen...
De vragenlijst bevat 42 items die vier subschalen omvatten: Aandachtstekort (9 items), Hyperactiviteit/impulsiviteit (9 items), Oppositional Defiant Disorder ODD (8 items) en Conduct Disorder CD (16 items). De ouders en/of leerkracht (die het...
Vragenlijst ontworpen op basis van de theorie van C.G. Jung. Er zijn 94 items waarbij gevraagd wordt uit twee antwoordmogelijkheden te kiezen. De items omvatten vier subschalen met tegengestelde polen: Extraversie-Introversie (waarop wordt de...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
De DTTL is een niet aan een leesmethode gebonden schooltoets en bestaat uit twee delen:A. een niveaubepalend gedeelte met drie subtoetsen:1. Ontsleutelen van klankzuivere of bijna-klankzuivere woorden, 2. Ontsleutelen van regel-bepaalde woorden,...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.