Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst bestaande uit 78 stellingen die betrekking hebben op vier persoonlijkheidsaspecten:- Leermotivatie (21 items): betreft de mate waarin de leerling er behoefte aan heeft op schools gebied te presteren.- Zelfvertrouwen (18 items):...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘Heeft altijd huiswerk in orde' en ‘Wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling op 6-puntsschalen in, in hoeverre een bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen:...
Observatieschaal met 22 vragen zoals ‘heeft altijd huiswerk in orde' en ‘wil altijd de baas spelen'. De leerkracht vult per leerling in op 6-puntsschalen in hoeverre de bewering van toepassing is. De vragen omvatten vier subschalen: Egocentrisme...
Twee schooltoetsen die niet gebonden zijn aan een bepaalde lees- of taalmethode. Bij de Letterclustertest met 27 items moet de leerling uit vier alternatieven de juiste lettercombinatie kiezen. Gedeeltelijk oplopende moeilijkheidsgraad. Bij de...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Vragenlijst die cliënt thuis invult en waaruit de in te stellen therapeutische interventies herleid kunnen worden. Deel I ‘Gegevens over uw achtergrond' bestaat uit zeven onderdelen met een verschillend aantal vragen: Algemeen, Ontstaan en...
De vragenlijst bestaat uit tien schalen van elk zes items die de volgende stemmingen representeren: Depressief, Uitgelaten, Schuw, Humeurig, Boos, Moe, Gewetensvol, Onverschillig, Arrogant, Angstig. Bij vorm A beoordeelt men zijn...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.