Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit twee onderdelen: Continu Benoemen en Woorden Lezen. Het onderdeel Continu Benoemen bestaat uit vier subtests:- Kleuren benoemen: taak bestaande uit stimuli met rechthoekige vlakjes in de kleuren geel, rood, blauw, groen en...
Test met speedkarakter, bestaand uit acht schriftelijke en vier individuele tests (waarbij twee apparaten benodigd zijn) waarmee negen geschiktheidsfactoren gemeten kunnen worden. De acht schriftelijke tests meten de volgende zeven factoren: G...
Bij traumaslachtoffers ontwikkelde vragenlijst met 22 items die afgeleid zijn van de DSM-IV criteria voor PTSS.Cliënt moet op een vierpuntsschaal van 'geheel niet' tot 'zeer veel' aangeven in welke mate bepaalde klachten gedurende de afgelopen...
Zelfbeoordelingsvragenlijst met 17 items verdeeld over de onderdelen Herbeleven, Vermijden en Hyperactivatie. Van drie mogelijkheden moet het over de laatste vier weken meest passende antwoord aangekruist worden.Elk item correspondeert met één...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Vragenlijst die cliënt thuis invult en waaruit de in te stellen therapeutische interventies herleid kunnen worden. Deel I ‘Gegevens over uw achtergrond' bestaat uit zeven onderdelen met een verschillend aantal vragen: Algemeen, Ontstaan en...
Evaluatieschaal met 32 uitspraken verdeeld over vier belevingsaspecten: plezier in wiskunde, angst voor en moeilijkheid van wiskunde, inzet en interesse voor wiskunde, nut en relevantie van wiskunde. De leerlingen kiezen uit vijf alternatieven...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.