Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Schaal met 82 items: 29 mannelijke, 29 vrouwelijke en 24 niet-seksegebonden adjectieven (12 sociaal wenselijke en 12 sociaal onwenselijke). Door het aankruisen van één van de vier antwoordmogelijkheden (van ‘volstrekt niet' tot ‘helemaal') geeft...
De test heeft twee subtests: Handvaardigheid, met de items ringen op staafjes plaatsen (RI), veterbord (VB), stippen plaatsen (ST), kralen en lucifers in doosjes doen (KR) en Algemene lichamelijke vaardigheid met de items platforms (PL),...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Toestel dat in niet-systematische volgorde visuele en acoustische prikkels geeft waarop specifieke reacties worden verlangd.
Begeleidingsinstrument bestaand uit een medisch gedeelte (MALT-A) van zeven items die door een arts worden ingevuld en een zelfbeoordelingsvragenlijst van 24 items (MALT-Z) die betrekking hebben op attitudes t.o.v. drinkgedrag, psychosociale...
Schaal met vier items, via factoranalyse verkregen uit de Subjective Symptom Test of Fatigue (Kogi e.a., 1970), waarop patiënten op een vierpuntsschaal aangeven in welke mate men de voorafgaande dag last had van een symptoom.
Deze vragenlijst bestaat uit 35 items; 18 items betreffen verwachtingen die mensen hebben t.a.v. de effectiviteit van hun sociale gedrag en eisen die men zichzelf stelt in sociale situaties, 17 items betreffen de zelfwaardering i.v.m....
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.