Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Observatieschaal bestaande uit 60 vragen die betrekking hebben op het gedrag van de persoon, bijvoorbeeld ‘vergeet tijdens dagelijkse routinebezigheden wat hij aan het doen is (eten, verzorging, tafel dekken)'. De eerste 20 items hebben...
Projectieve methode waarbij het kind de opdracht krijgt een tekening te maken van een mens. Om de betrouwbaarheid te vergroten, kan worden opgedragen drie tekeningen te maken: van een man, van en vrouw en van zichzelf. Hierbij wordt benadrukt...
Vragenlijst van 30 items die vijf subschalen met elk 5 items omvatten: Ondersteuning in het werk, Autonomie bij de werkzaamheden, Relaties met collega's, Aard van het werk en Arbeidsvoorwaarden. De werknemer moet op een vijfpuntsschaal aangeven...
Observatieschaal die wordt ingevuld door groepsleid(st)ers die patiënt goed kennen. Het gedrag van de laatste twee maanden moet worden ingevuld. De uitwerking van de schaal geschiedt door een psycholoog of arts. De schaal bestaat uit 50 items...
Vragenlijst van 30 items die vijf subschalen met elk 5 items omvatten: Ondersteuning in het werk, Autonomie bij de werkzaamheden, Relaties met collega's, Aard van het werk en Arbeidsvoorwaarden. De leerkracht moet op een vijfpuntsschaal aangeven...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Test met vijf opgaven betreffende de praktische aanpak van middelmatig moeilijke administratieve problemen zoals beheer van wisselgeld, materiaalindeling t.b.v. archivering, enz. Op apart formulier met voor elke opgave een antwoordschema, moet...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.