Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Screeningtest voor dyslexie bestaand uit 11 subtests:- Plaatjes en Letters benoemen (100 items).- Kralen Rijgen (12 kralen; max. in 30 seconden).- Woorden Lezen (48 items).- Lichamelijke Stabiliteit (gebruik van evenwichtstester waarbij 4 keer...
Toets gericht op het vaststellen van het niveau van hoofdrekenvaardigheid. De toets bestaat uit eenvoudige sommen (tot 100) in vier categorieën: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. De leerling krijgt vijf minuten de tijd om zoveel...
Vragenlijst met 93 vragen gericht op algemene kennis van leidinggeven in de praktijk. Het instrument bestaat uit drie subschalen: Leidinggevende Praktijken (LP, 20 items), Aanbevolen Personeelsbeleid (AP, 30 items) en Opinies van Leidinggevende...
Vragenlijst met 18 items die betrekking hebben op Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (11 items) en Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen (7 items) in de huidige situatie. Elk item heeft vier antwoordcategorieën: het ‘zelfstandig...
De test heeft twee subtests: Handvaardigheid, met de items ringen op staafjes plaatsen (RI), veterbord (VB), stippen plaatsen (ST), kralen en lucifers in doosjes doen (KR) en Algemene lichamelijke vaardigheid met de items platforms (PL),...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Vragenlijst met 20 items waarbij de leerling op een vierpuntsschaal (‘bijna nooit' tot ‘bijna altijd') moet aangeven hoe hij zich in het algemeen voelt n.a.v. examens/toetsen. Naast de totaalscore examenangst, worden twee subscores verkregen...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.