Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test met speedkarakter, bestaand uit acht schriftelijke en vier individuele tests (waarbij twee apparaten benodigd zijn) waarmee negen geschiktheidsfactoren gemeten kunnen worden. De acht schriftelijke tests meten de volgende zeven factoren: G...
Test met drie subtests gericht op het vaststellen van verbale en visuele semantische stoornissen als oorzaak van woordvindingsproblemen: SAT-benoemen, SAT-verbaal en SAT-visueel. Elk onderdeel bestaat uit 30 items. Bij het onderdeel SAT-benoemen...
De door de ouders/verzorgers in te vullen vragenlijst bestaat uit een competentiedeel met 20 vragen betreffende sport, hobbies, school e.d. die met ja/nee of op vierpuntsschalen beantwoord moeten worden, en een gedragsprobleemdeel met totaal 120...
Batterij bestaand uit zes testseries: Kantoor, Commercie, Produktie, Techniek, Beleid en Management.De 35 afzonderlijke tests (met elk 30-60 items) omvatten de volgende capaciteiten: Verbale aanleg, Numerieke aanleg, Administratieve aanleg,...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Vragenlijst bestaande uit twee delen. Deel 1 omvat 47 items en vraagt naar functiekenmerken zoals werkcontacten, afgerondheid, gespecialiseerdheid, zelfstandigheid, organisatiestijl. Deel 2 bevat totaal 114 items en vraagt naar de beleving van...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.