Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Screeningtest voor dyslexie bestaand uit 11 subtests:- Plaatjes en Letters benoemen (100 items).- Kralen Rijgen (12 kralen; max. in 30 seconden).- Woorden Lezen (48 items).- Lichamelijke Stabiliteit (gebruik van evenwichtstester waarbij 4 keer...
Test met 70 items gericht op alle aspecten van bewegen/motoriek. De opdrachten zijn verdeeld over vier onderdelen:- Statische motoriek (7 items), voorbeeld: ‘Op één been staan, rechts'.- Dynamische motoriek (9 items), voorbeeld: ‘Voorwaarts...
Vragenlijst die een profiel oplevert waarmee een passende functie, beroep of opleiding gezocht kan worden. De PPT is de voor selectie bewerkte versie van het Beroepskeuze Zelf Onderzoek, 1995.Er zijn vier subtests, deze hebben betrekking op...
Vragenlijst met 46 items die een situatie/omstandigheid beschrijven. Op vijfpuntsschalen vult cliënt in a. hoeveel trek in alcohol en b. hoe vaak hij drinkt in die omstandigheid. Er zijn zes subschalen: Onplezierige emoties, Zoeken naar...
Observatieschaal met 30 gedragsomschrijvingen die door ten minste twee verpleegkundigen en/of afdelingshoofden worden ingevuld op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd'. De schaal omvat zes factoren: Prikkelbaarheid, Sociale interesse,...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Patiënt moet bij 168 pijnwoorden uit de Nederlandse Pijnwoorden Lijst (Zant en Kolman) met ‘wel' of ‘niet' aangeven of hij/zij deze woorden wel eens gebruikt voor de beschrijving van zijn/haar pijn. 23 pijnwoorden hieruit vormen samen de...
Evaluatieschaal met 32 uitspraken verdeeld over vier belevingsaspecten: plezier in wiskunde, angst voor en moeilijkheid van wiskunde, inzet en interesse voor wiskunde, nut en relevantie van wiskunde. De leerlingen kiezen uit vijf alternatieven...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.