Testbatterij voor het beoordelen van de ontwikkeling van jonge kinderen op vijf gebieden: Cognitie, Taal, Motoriek, Sociaal-emotionele Ontwikkeling en Adaptief Gedrag. Drie onderdelen worden door een testleider afgenomen: de Cognitieschaal, de...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Klinische beoordelingsschaal resulterend in een sterkte/zwakteprofiel van de onderzochte. De FP40 omvat tien vragenlijsten die leiden tot 44 schaalscores:- Jeugd, Opvoeding en Inbedding Lijst: in te vullen door de maatschappelijk werker. Deze...
Testbatterij gericht op het vaststellen van de algemene mentale en motorische ontwikkeling van het kind. Het instrument bestaat uit drie schalen:- de Mentale schaal (178 items) meet vaardigheden die betrekking hebben op visuele en auditieve...
Vragenlijst met 36 items gericht op cognities na het meemaken van negatieve gebeurtenissen of situaties. Het instrument onderscheidt negen verschillende cognitieve copingstrategieën voor emotieregulatie: 1. Jezelf de schuld geven, 2. Accepteren,...
Test met twee versies, A. image vorm, concrete woorden en B. no-image vorm, abstracte woorden. Elke versie bestaat uit 15 éénlettergrepige woorden die laag-associatief zijn. Via een cassetteband worden de 15 woorden in 25 sec. aangeboden. De...
De toets heeft 25 zowel open als gesloten opgaven. In de eerste fase krijgt elke cursist dezelfde 12 opgaven (moeilijkheidsgraad niveau 2). Afhankelijk van het resultaat krijgt de cursist in de tweede fase 13 opgaven met een lagere (niveau 1...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
Twee parallelle schalen, Bf-S en Bf-S', elk met 28 bipolaire items. De items bestaan uit twee tegenstellingen waarbij cliënt aangeeft welk woord het best overeenkomt met hoe hij zich nu voelt, b.v. meer levendig/meer lusteloos. Geschikt voor...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.