Test bestaande uit drie onderdelen: ‘Letterpatronen’, ‘Woordrelaties’ en ‘Cijferpatronen’. Bij ‘Letterpatronen’ moeten kandidaten twee letters invoeren om een reeks kloppend te maken. Bij ‘Woordrelaties’ moeten kandidaten één woord uit vijf...
Test bestaande uit vier onderdelen: ‘Analogieën’ (13 items), ‘Cijferreeksen’ (13 items), ‘Diagrammen’ (15 items) en ‘Figuurreeksen’ (12 items). Bij ‘Analogieën’ moeten kandidaten twee woorden uit elk drie antwoordalternatieven kiezen zodat de...
Test bestaande uit vier onderdelen: ‘Analogieën’ (15 items), ‘Cijferreeksen’ (12 items), ‘Diagrammen’ (13 items) en ‘Figuurreeksen’ (15 items). Bij ‘Analogieën’ moeten kandidaten twee woorden uit elk drie antwoordalternatieven kiezen zodat de...
Capaciteitentest met twee versies, een volledige en een verkorte versie. De volledige versie bestaat uit zes subtests met in totaal 97 items. Deze zes subtests zijn verdeeld over drie inhoudsgebieden:- Cijfermatige Capaciteiten (CCAP), met de...
Vragenlijst met 36 stellingen, die verdeeld zijn over twee subdimensies, die elk weer bestaan uit twee specifieke dimensies. De subdimensie ‘Interpersoonlijke vaardigheden' (VPV-Inter) bestaat uit de specifieke dimensies ‘Relationele...
Capaciteitentest met 28 items. Elk item bevat een patroon van schematische puzzels die steeds in twee opzichten tegelijk wijzigen. In elke puzzel ontbreekt een deel, de respondent dient uit de geboden opties het ontbrekende deel te kiezen. De...
Test bestaande uit zeven subtests:- Verbaal-inductief: Analogieën (ANA). Subtest bestaande uit 17 items waarbij de juiste analogie gekozen moet worden uit vijf antwoordmogelijkheden.- Numeriek-inductief: Cijferreeksen (CYF). Subtest bestaande...
Projectieve methode waarbij het kind de opdracht krijgt een tekening te maken van een mens. Om de betrouwbaarheid te vergroten, kan worden opgedragen drie tekeningen te maken: van een man, van en vrouw en van zichzelf. Hierbij wordt benadrukt...
Vragenlijst (240 items) die ook de subschalen N, E, O, A en C omvat en tevens per subschaal zes belangrijke eigenschappen/facetten meet die die domeinen definiëren (bijvoorbeeld bij de subschaal Neuroticisme de facetten Angst, Ergernis,...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...