De toetsen Technisch Lezen zijn onderdeel van een leerlingvolgsysteem en meten de technische leesvaardigheid van leerlingen uit groep 6 tot en met groep 8. De toets voor deze groepen bestaat uit één schaal, te weten Leestempo. Na de instructie...
Vragenlijst gericht op de beleving van het kind van schoolse taken. Er zijn in totaal 89 items en vier schalen:- Prestatiemotivatie (P): de intrinsieke motivatie van een kind om te presteren.- Negatieve Faalangst (F-): angst om te falen waardoor...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Toets bestaande uit twee leeskaarten, A en B. Kaart A ‘de kat' bestaat uit 284 woorden, kaart B ‘de mug' bestaat uit 282 woorden. Kaart A bestaat uit meer eenvoudige woorden dan kaart B en is geschikt voor de zwakke leerling, kaart B is geschikt...
Toets bestaande uit twee delen, de Doorstreepleestoets 1 (DLT1) en de Doorstreepleestoets 2 (DLT2). De DLT1 bestaat uit eenlettergrepige woorden en is geschikt voor leerlingen uit alle groepen. De DLT2 bestaat uit tweelettergrepige woorden en is...
Drie leeskaarten, elk met specifieke woordtypen, die achtereenvolgens één minuut hardop moeten worden gelezen. Er zijn van elke kaart drie parallelversies. Tevens twee diagnostische toetsen: een grafementoets en een toets voor auditieve...
Observatieschaal in te vullen door (2) ziekenverzorgers/verpleegkundigen die de patiënt dagelijks meemaken. Er zijn 14 subschalen met totaal 82 items met vier antwoordcategorieën. De schalen zijn afzonderlijk toe te passen en betreffen het...
Vragenlijst met 36 items verdeeld over zes subschalen:1. Schoolvaardigheden, 2. Sociale Acceptatie, 3. Sportieve Vaardigheden, 4. Fysieke Verschijning, 5. Gedragshouding en 6. Gevoel van Eigenwaarde. Het kind moet bij elk item uit twee...
De batterij bestaat uit 11 onderdelen: 1. Algemene indruk (vrije observatie), 2. Inzicht in eigen functioneren, 3. Episodisch geheugen, 4. Oriëntatie, 5. Diapositieven-onderzoek, 6. Uitgestelde vrije reproductie, 7. Cijferen, 8. Hoofdrekenen,...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.