Test bestaande uit twee leeskaarten (vorm A en B) met op elke leeskaart 116 pseudowoorden (d.w.z. uitspreekbare nonsenswoorden) in oplopende moeilijkheidsgraad die geordend zijn in vier kolommen met 29 woorden.Het kind moet de pseudowoorden van...
Test met speedkarakter, bestaand uit acht schriftelijke en vier individuele tests (waarbij twee apparaten benodigd zijn) waarmee negen geschiktheidsfactoren gemeten kunnen worden. De acht schriftelijke tests meten de volgende zeven factoren: G...
De vragenlijst heeft 123 items die op een zespuntsschaal (van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens) door de ouder(s) ingevuld moeten worden. Bij het beantwoorden moet steeds hetzelfde kind (leeftijd mag variëren van 2 tot 14 jaar) voor ogen...
Schaal met 18 uitspraken over gezondheid en ziekte. Cliënt moet op een zespuntsschaal invullen in welke mate hij het met de uitspraak eens is. Er zijn drie subschalen: Interne oriëntatie, Artsoriëntatie en Kansoriëntatie met ieder zes items.
Deze vragenlijst bestaat uit 35 items; 18 items betreffen verwachtingen die mensen hebben t.a.v. de effectiviteit van hun sociale gedrag en eisen die men zichzelf stelt in sociale situaties, 17 items betreffen de zelfwaardering i.v.m....
Deze methode bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel omvat het genereren van (meest 20 of meer) waardengebieden aan de hand van een standaard set vragen. Intensieve interactie is vereist tussen testleider en cliënt. In het tweede gedeelte...