Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Beoordelingsschaal gericht op het bepalen van de ontwikkeling van spraakverstaanbaarheid van kinderen in de leeftijd van 2½ jaar tot 4½ jaar met drie subtests:- Woorden: er worden plaatjes getoond en het doelwoord wordt voorgezegd. Het kind...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. Invulling door de dagelijkse begeleiders. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheid oplopende subitems. De SRZ heeft vier subschalen: Zelfredzaamheid (Z, 12 items), Taalgebruik...
Schaal met 31 in de dagelijkse omgang waarneembare items. In een gestructureerd vraaggesprek met ouders, verzorgers of begeleiders worden de items van de SRZ-i ingevuld. Elk item is onderverdeeld in vier in moeilijkheidsgraad oplopende subitems....
De schaal wordt als interview afgenomen bij ouder, verzorger of begeleider die het kind goed kent. De afname dient het karakter van een gesprek te hebben; er wordt doorgevraagd naar wat het kind/de jeugdige feitelijk doet, tot de items gescoord...
Schaal met 20 items verdeeld over drie subschalen:EU, Emotionele Uitputting, 8 items; MD, Mentale Distantie, 5 items; C, Competentie, 7 items.Op een zevenpuntsschaal van ‘nooit' tot ‘altijd' vult men in hoe vaak een bewering van toepassing is...
Begeleidingsinstrument met vragen over 9 probleemgebieden (b.v. gezondheidsproblemen, illegale activiteiten, psychische en emotionele problemen). De vragen worden mondeling afgenomen. De 4 tot 7 items per probleemgebied hebben betrekking op de...
Deze schaal is een uitbreiding naar boven van de SRZ en bevat 63 items, verdeeld over drie subschalen: Zelfredzaamheid I (15 items), Zelfredzaamheid II (15 items) en Verbaal-Numeriek (17 items) en 16 restitems (R).De SRZ-P dient ingevuld te...
Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
Methode van materiaalverzameling die telkens aan het door de onderzoeker te behandelen probleem moet worden aangepast. Voor de oorspronkelijke versie en de modificaties zie Persoonlijke Psychologie I en II, Bonarius, 1980.