Test bestaande uit elf subtests, een ‘Observatieschaal’, een ‘Pragmatiekprofiel’ en een ‘Checklist Pragmatiek in Activiteiten’:‘Zinnen Begrijpen’ (‘ZB’, 25 items): een afbeelding aanwijzen die de mondeling aangeboden zin weergeeft.‘Linguïstische...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Test bestaande uit 18 subtests:- Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV): voorwerpen in het opgavenboek aanwijzen na mondelinge instructie.- Woordstructuur (WS): een zin aanvullen met de gevraagde woordvorm.- Zinnen Herhalen (ZH): het nazeggen...
Vragenlijst met 300 items gericht op persoonlijkheidskenmerken in arbeidssituaties. Het instrument is opgebouwd uit 6 factoren en 25 facetten: Emotionele Stabiliteit, Extraversie, Openheid, Altruïsme, Consciëntieusheid en Professionaliteit. Door...
Batterij bestaand uit vier onderdelen:I. Functie Beoordelings Instrument (FBI) t.b.v. functie-analyse:bestaat uit ca. 170 uitspraken (afhankelijk van de functie) die gedragingen en omstandigheden beschrijven die van belang kunnen zijn voor een...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
Vragenlijst met 100 items die vragen naar de ervaring van bepaalde zaken in de afgelopen twee weken. Vijfpunts antwoordschalen van "helemaal niet" tot "een extreme hoeveelheid".De items gaan over 24 facetten van iemands leven, zoals Pijn en...
Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.