Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Toets met een afnamemoment in het midden en het einde van het schooljaar. Naast de midden- en eindtoets is er per leerjaar ook een tussentoets beschikbaar. De tussentoets ligt qua niveau tussen de twee toetsen in. Bij een minder snelle...
Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
Observatieschaal met 56 items die door twee groepsleid(st)ers die bewoner minstens een half jaar kennen, gezamenlijk wordt ingevuld op vijfpuntsschalen van ‘nooit' tot ‘altijd'. De subschalen zijn: Toenadering (7 items), Aanpassing (9 items),...
Interactieve p.c. test met 18 opgaven. De kandidaat krijgt op een beeldscherm vijf deelprocessen van een fictief produktieproces schematisch aangeboden. Bij elk deelproces (met ieder een bepaald regelprobleem) moet hij met behulp van het...
Schaal met 18 uitspraken over gezondheid en ziekte. Cliënt moet op een zespuntsschaal invullen in welke mate hij het met de uitspraak eens is. Er zijn drie subschalen: Interne oriëntatie, Artsoriëntatie en Kansoriëntatie met ieder zes items.
Vier taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van het begrijpend lezen meten, nl. begrijpen van de betekenis van geschreven woorden (Synoniementest, 30 items), begrijpen van geschreven woorden die telkens elkaars tegenstelling zijn...
Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
Schaal met 33 beweringen (aangevuld met 7 filler-items), gedeeltelijk multiple-choice en gedeeltelijk te beantwoorden door een streepje te zetten op een horizontale lijn. Er bestaat een verkorte vorm met 12 items (Ormel, 1980) en een met 18...