Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Test bestaande uit twee delen met elk 12 items, de subtest FoneemWeglating (FW) en FoneemVerwisseling (FV). De items van FW bestaan uit een woord dat het kind moet uitspreken waarbij een gedeelte van het woord weggelaten moet worden. De items...
De schooltoets bestaat uit twee onderdelen: Taalschaal 1 met vijf toetsen voor groep 4, 5 en 6 en Taalschaal 2 met drie toetsen voor groep 7 en 8. Per toets zijn er ruim 50 opgaven, opgedeeld in twee tot vier vergelijkbare opgaven met een...
Gezinsleden spreken zich uit over hoe zij hun gezin zien en beleven door een vragenlijst met 77 items in te vullen (ja/nee). De items zijn verdeeld over zeven categorieën met ieder 11 items: Cohesie, Expressiviteit, Conflict, Organisatie,...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
Vragenlijst met 14 items die elk een behoeftedimensie representeren zoals advies, confessie, steun e.d. De patiënt beoordeelt elk item op een vijfpuntsschaal van ‘dit is precies wat ik wil' tot ‘dit wil ik helemaal niet'. De PBV is een vertaling...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5 items),...
Vragenlijst met 36 items die acht subschalen omvatten:Fysiek functioneren (10 items), Sociaal functioneren (2 items), Rolbeperkingen door fysiek probleem (4 items), Rolbeperkingen door emotioneel probleem (3 items), Mentale gezondheid (5...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Vragenlijst met 33 items die met ja, ? of nee beantwoord moeten worden.