Schooltoets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Er zijn vier digitale toetsen: twee Standaardtoetsen (voor groep 1 en 2) en twee Adaptieve toetsen (voor groep 1 en groep 2) Per leerjaar wordt de Standaard- of...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Schooltoets met een afnamemoment in het midden en aan het einde van het schooljaar. Er is een aparte toets voor groep 1 en groep 2, per leerjaar wordt dezelfde toets twee keer afgenomen. De toets voor groep 1 bestaat uit 24 opgaven, de toets...
Vragenlijst bestaande uit 41 items die beantwoord moeten worden op een vijfpuntsschaal lopend van ‘nooit/helmaal niet' tot ‘zeer vaak'. De vragen hebben betrekking op impulsen (7 items), wassen (10 items), controleren (7 items), rumineren (11...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
Batterij bestaand uit zeven hoofdonderdelen met totaal 24 subtests. Geen vaste afnamevolgorde, bij volledige afname is meestal een splitsing nodig. De onderdelen zijn 1. oud geheugen, 2. actueel geheugen, 3. receptieve visuele...
Vragenlijst met 20 items die drie subschalen omvatten:M, emotionele band met de partner (10 items); S, sexuele relatie (5 items) en GL, algemene levenssatisfactie (5 items). Het meest in aanmerking komende antwoord (over de laatste twee weken)...
Screeningsinstrument bestaand uit drie subtests, 1. Visueel geheugen, vijf objecten moeten worden onthouden en aangewezen op platen met vier alternatieven; 2. Oriëntatie voor tijd en plaats; 3. Fluency, zoveel mogelijk dieren, resp. beroepen...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test bestaat uit 30 plaatjes waarop voorwerpen getekend zijn die in stukken zijn geknipt. Men moet zeggen wat er voor een voorwerp is getekend, wanneer de stukken één geheel zouden vormen. Wordt o.a. gebruikt voor de screening op...