Vragenlijst met 63 items in de vorm van korte omschrijvingen van bezigheden. De antwoordmogelijkheden zijn ‘past wel bij mij' of ‘past niet bij mij'. Er wordt onderscheid gemaakt naar acht interessegebieden/schalen:1) Muziek en ritme (7 items):...
Vragenlijst bestaande uit een gedeelte dat burgerschapscompetenties meet (door de leerling zelf in te vullen) en een gedeelte dat burgerschapsgedrag meet (door de docent in te vullen). De COTAN beoordeling heeft alleen betrekking op het gedeelte...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Test bestaande uit 14 regels met elk 47 items. Op deze regels staan doelstimuli bestaande uit de letter d met twee apostrofs of verticale streepjes en afleidende stimuli. Opdracht voor de geteste is om doelstimuli te identificeren en door te...
Test bestaande uit 14 regels met elk 47 items. Op deze regels staan doelstimuli bestaande uit de letter d met twee apostroffen of verticale streepjes en afleidende stimuli. Opdracht voor de geteste is om doelstimuli te identificeren en door te...
Test gericht op het meten van snelheid en nauwkeurigheid van het (visueel) waarnemen (selectieve aandacht). Op een pagina zijn 800 cijfers afgedrukt en de opdracht is het aanstrepen van 241 doelcijfers. De 3 en de 7 dienen diagonaal...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
Evaluatieschaal met 32 uitspraken verdeeld over vier belevingsaspecten: plezier in wiskunde, angst voor en moeilijkheid van wiskunde, inzet en interesse voor wiskunde, nut en relevantie van wiskunde. De leerlingen kiezen uit vijf alternatieven...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test bestaat uit drie subtests van de GIT: Cijferen, Legkaart en Woordmatrijs. Elke subtest heeft drie oefenitems, alle items worden aangeboden.