Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Methode bestaande uit zeven plaatjes met acht bijbehorende vragen. Elke vraag vertegenwoordigt een sociaal-cognitieve vaardigheid. De verhalen gaan over een sociale situatie waarin een kind geconfronteerd wordt met een probleem. Er zijn tevens...
Schooltoets (2 parallelvormen A en B) die niet gebonden is aan een bepaalde lees- of taalmethode. Na een informatieve tekst moet de leerling vragen beantwoorden die betrekking hebben op woord-, zins- of tekstniveau en kiest daarbij uit vier...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
Test waarbij de gezinsrelaties ruimtelijk worden uitgebeeld d.m.v. het plaaatsen van schematische houten figuren, mannelijke en vrouwelijke. De afstand tussen de figuren geeft de gezinscohesie weer en de hoogteverschillen geven de hiërarchie...
Batterij bestaand uit zes testseries: Kantoor, Commercie, Produktie, Techniek, Beleid en Management.De 35 afzonderlijke tests (met elk 30-60 items) omvatten de volgende capaciteiten: Verbale aanleg, Numerieke aanleg, Administratieve aanleg,...
De test bestaat uit een blad met 33 regels van elk 24 figuren met 3, 4 of 5 stippen. De 4-stip figuren zijn voor 50% vierkant en voor 50% ruitvormig. Men moet zo snel mogelijk, ononderbroken, alle 4-stip figuren doorstrepen. Er zijn twee oefenregels.
Vier taakgerichte schooltoetsen die bepaalde aspecten van het begrijpend lezen meten, nl. begrijpen van de betekenis van geschreven woorden (Synoniementest, 30 items), begrijpen van geschreven woorden die telkens elkaars tegenstelling zijn...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
Boek met 38 platen. Iedere plaat bestaat uit cijfers in bepaalde kleurcombinaties, of uit tracé's in bepaalde kleurcombinaties (voor personen die geen cijfers kunnen lezen).