Online vragenlijst gericht op persoonlijkheidsaspecten die relevant zijn voor de werksituatie met 197 items en 25 schalen die zijn verdeeld over de volgende vijf factoren:Invloed: bestaat uit de schalen Status (7 items), Dominantie (8 items),...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Online vragenlijst gericht op persoonlijkheidsaspecten die relevant zijn voor de werksituatie met 276 items en 25 schalen die zijn verdeeld over de volgende vijf factoren:- Invloed: bestaat uit de schalen Status (10 items), Dominantie (12...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Testbatterij met 23 tests voor het bepalen van capaciteiten op diverse cognitieve gebieden: redeneren, verbale, numerieke, ruimtelijke en administratieve vaardigheid en aandacht. Afhankelijk van de te beantwoorden onderzoeksvraag selecteert men...
Schooltoets/observatieschaal met vijf onderdelen: 1. Persoonlijke gegevens, 2. Zinsprosodie (30 items), 3. Score verstaanbaarheid, 4. Woordklemtoon (15 items), 5. Klanken in woorden/minimale paren (30 items). Tijdens de afname wordt de...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
De CBV heeft 10 items, die betrekking hebben op gevoelens en gedachten die respondent in het algemeen heeft vóór een wedstrijd. Er zijn vijf afleidingsitems. Drie antwoordmogelijkheden. De CBV wordt niet direct vóór een wedstrijd afgenomen maar ...
Vragenlijst met 20 items bestaand uit drie of vier pijnbeschrijvende adjectieven geordend naar oplopende intensiteit, b.v. kloppend, bonzend, barstend. Cliënt moet aankruisen welk woord op dit moment het best zijn pijn beschrijft. Niet elk item...
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.