Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Vragenlijst met 24 items in de vorm van een stelling. De leerling geeft op een 10-puntsschaal aan in hoeverre de stelling op hem/haar van toepassing is. Deze 10-puntsschaal in onderverdeeld in vier categorieën: ‘helemaal niet waar' (score 1 of...
Vragenlijst met 22 items in de vorm van een stelling. De docent geeft een score op een zespuntsschaal lopend van ‘geheel niet van toepassing' tot ‘in sterke mate van toepassing'.Het instrument is gebaseerd op de negen domeinen van Morrison,...
Schooltoets met drie protocollen gericht op het screenen van leerachterstanden en leerproblemen:- Suite 1: Spelling A en B, Woorden herkennen, Tekstbegrip Nederlands, Flitstesten, Flitskeuze, Flitstypen, Omgekeerd Flitstypen, Flitskeuze cijfers,...
De test is ontwikkeld vanuit het tweede deel van het Standaard Reactie Instrument, SRI, in het kader van het Reactie Patronen Onderzoek (Rink 1999).De ASL bestaat uit 28 situatiebeschrijvingen. Deze situatiebeschrijvingen bevatten steeds één van...
Test met 12 items die een positieve of negatieve gebeurtenis aan de orde stellen waarbij gevraagd wordt op een zevenpuntsschaal de voornaamste oorzaak ervan te beschrijven: "ligt geheel bij anderen of omstandigheden" tot "ligt geheel bij...
Vragenlijst met 20 items die gevoelens en emoties weergeven, zoals ‘Aandachtig', ‘Vijandig', enz. Cliënt geeft aan op een vijfpuntsschaal, van ‘nauwelijks of helemaal niet' tot ‘in sterke mate', in welke mate hij zich de afgelopen twee weken...
De SIG-A is een voor jonge adolescenten bewerkte versie van de SIG. De vragenlijst heeft 47 items, waarbij voor elke situatie m.b.v. een vierpuntsschaal aangegeven moet worden hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men door eigen...
‘State’ vragenlijst met 50 items waarbij men bij elke situatie m.b.v. een vijfpuntsschaal moet aangeven hoe gespannen men is en vervolgens hoe frequent men in die situatie verkeert door eigen toedoen. De vier subschalen zijn: NEG, het uiten van...
Gedurende een zeer korte tijd (1/4 sec.) wordt op een projectiescherm een diabeeld aangeboden. Men moet vaststellen welke objecten zijn waargenomen. Op het antwoordformulier moet men een kruisje zetten bij ieder waargenomen object. Zes objecten...