Schooltoets bestaand uit vijf onderdelen met een oplopende moeilijkheidsgraad:‘Technisch lezen’: blad met 140 woorden waarvan er in 90 seconden zoveel mogelijk goed moeten worden voorgelezen.‘Taalverzorging’: toets bestaande uit 24 dicteewoorden...
Vragenlijst met 33 items gericht op eetgedrag met vijf antwoordalternatieven: nooit (1), zelden (2), soms (3), vaak (4) en zeer vaak (5). Een voorbeelditem is: ‘Als u iets tegenzit of verkeerd gaat, heb u dan zin om iets te eten?' De NVE bestaat...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Toets voor het meten van het niveau van mondelinge taalontwikkeling bij peuters. De taalontwikkeling is hierbij ingedeeld in vier categorieën:- Passieve woordenschat (15 items);- Definitievaardigheid (12 items);- Kritisch luisteren (8 items);-...
Vragenlijst bestaande uit 33 items met vijf antwoordalternatieven. Drie theorieën liggen aan de vragenlijst ten grondslag: de psychosomatische theorie, de externaliteitstheorie en de theorie van lijngericht eetgedrag. Op basis van het gevonden...
Observatieschaal met 44 items gericht op het signaleren van psychische en psychiatrische problematiek bij bewoners in een verzorgingstehuis. De items zijn verdeeld over de schalen Apathie (9 items), Cognitie (9 items), Affect (10 items),...
Vragenlijst met 115 items die betrekking hebben op verschillende sociale rollen zoals zelfverzorging, burgerrol, gezinsrol, familierol, partnerrol, ouderrol, sociale rol, beroepsrol. Er zijn 10 stroomdiagramvragen aan de hand waarvan de...
Begeleidingsinstrument bestaand uit een medisch gedeelte (MALT-A) van zeven items die door een arts worden ingevuld en een zelfbeoordelingsvragenlijst van 24 items (MALT-Z) die betrekking hebben op attitudes t.o.v. drinkgedrag, psychosociale...
Schaal met 24 items die vragen naar leefgewoonten. Uit de drie tot vijf antwoordmogelijkheden moet er één aangekruist worden die het meest van toepassing is.
De test omvat vier subtests: Passieve Woordenschat, Analogieën en Tegenstellingen, Morfologische regels en Bedenken en benoemen.