Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- Het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Schooltoets voor het vaststellen van het niveau van de Friese leesvaardigheid van leerlingen eind groep 8. De items bestaan uit meerkeuzeopgaven met vier antwoordmogelijkheden die betrekking hebben op teksten. Hierbij zijn verschillende...
Test voor het meten van de taalbegripsontwikkeling van Nederlands sprekende kinderen. Het gaat hierbij om het begrijpen van zinnen, en in het bijzonder om de volgende vaardigheden:- het interpreteren van intonatie, woordvolgorde, vervoegingen,...
Schooltoets bestaand uit 120 woorden. De woorden hebben een oplopende moeilijkheidsgraad. De leerling krijgt één minuut de tijd om de woorden hardop voor te lezen. Het instrument is bedoeld om de snelheid en mate van nauwkeurigheid van het lezen...
Observatieschaal bestaande uit 225 woorden en zinnetjes, ingedeeld in 12 semantische rubrieken. De ouders krijgen de opdracht om de woorden en zinnetjes aan te kruisen die hun kind begrijpt.Het instrument is een bewerking van de woorden in de...
Vragenlijst bestaande uit 78 stellingen die betrekking hebben op vier persoonlijkheidsaspecten:- Leermotivatie (21 items): betreft de mate waarin de leerling er behoefte aan heeft op schools gebied te presteren.- Zelfvertrouwen (18 items):...
Vragenlijst die cliënt thuis invult en waaruit de in te stellen therapeutische interventies herleid kunnen worden. Deel I ‘Gegevens over uw achtergrond' bestaat uit zeven onderdelen met een verschillend aantal vragen: Algemeen, Ontstaan en...
Via een (vrij) interview worden observatie- en gespreksgegevens verzameld die na afloop gebruikt worden om de patiënt te beoordelen op de Hamiltonschaal. De 17 items van de beoordelingsschaal geven aan het interview een zekere richting; de items...
De test heeft verschillende vormen voor kleuters, schoolkinderen en volwassenen. De testopgaven bestaan uit één normfiguur en vier tot acht varianten hiervan, waarvan er één identiek is aan de normfiguur. Men moet de identieke figuur kiezen.
Schaal met 33 beweringen (aangevuld met 7 filler-items), gedeeltelijk multiple-choice en gedeeltelijk te beantwoorden door een streepje te zetten op een horizontale lijn. Er bestaat een verkorte vorm met 12 items (Ormel, 1980) en een met 18...